Het is moeilijk om niet in je eigen, goed verzonnen leugens te geloven. Schrijver Sophie van der Stap las het opgepoetste levensverhaal van de 19de- eeuwse psychiater Axel Munthe. Ze kreeg vooral sympathie voor de charlatan en zijn tijdperk.
SOPHIE VAN DER STAP
Schrijfster
Ik heb een vriendin die ’t meer dan andere vriendinnen nodig heeft om te zeggen datze een heeeeekel heeft aan liegen en leugenaars niet kan uitstaaaaan. Het heeft een paar vriendinnen en zelfevaluaties geduurd voordat ik het waarom van dit soort uitspraken doorkreeg. Het zit zo: hoe harder je iets veroordeelt, hoe harder je gaat geloven dat je het niet over jezelf hebt. Tot zoiets zou jij toch noooooooit in staat zijn?! Toen ik mijn vriendin confronteerde met haar minnaar, kaatste ze de bal heel verrassend terug : Oké, je hebt een punt, maar ik lieg tenminste niet actief.
We hebben er allemaal last van: overtuigingen die niet met onze handelingen stroken. Op de bank bij de psych ook wel cognitieve dissonantie genoemd. Overtuigingen hebben, of ze nou wel of niet stroken met onze handelingen, is een stukje overleven; net dat beetje houvast. Gelukkig blijkt je brein dan ook uitstekend uit- gerust om je eigen weergave zover om te buigen dat het weer klopt; Oké, maar ik lieg tenminste niet actief.
Een leugen is gemakkelijker dan de waarheid. In een leugen leven is dan ook zo ge- beurd:je zet jezelf in een achterkamer, poetst het verhaal wat op, zoekt vriendschappen, be- weringen en handtassen die erbij passen en op een dag loopt je imago er zo pico bello bij dat je wel heel dom moet zijn om er niet zelf in te ge- loven. Neem Axel Munthe (1857-1949), een Zweedse psychiater die tot ver in Europa sporen achterliet. Ik las zijn levensverhaal op gelig ge- worden papier; een oud exemplaar van boek- winkeltjes.nl waar ik wel vaker struin naar eer- ste drukken of speciale uitgaves. De titel De ge- schiedenis van San Michele, vernoemd naar een ou-de villa in Capri, viel me op, was misleidend; Axel Munthe heeft zijn verhaal niet naar zich- zelf vernoemd, maar naar de plek van zijn jongejongensdromen en zijn laatste adem. Een plek van verheerlijking en aftakeling.
Ik was op dat moment op een ander eiland in een andere zee; Belle-Ile-en-mer, het grootste Bretonse eiland in de Atlantische Oceaan, voor de kust van Quiberon. Ook zo’n plek van verheerlijking en aftakeling. Napoleon hield zo- veel van zijn vrouw – of van het eiland – dat hij het tot Ile Josephine doopte. De forten van Vauban zijn overgeleverd aan de natuur, een enkeling is getransformeerd tot vakantievilla met een waanzinnig uitzicht over zee.
De geschiedenis van San Michele is voor het eerst in 1929 verschenen. Er wordt van gezegd dat het de grootste bestseller van de eerste helft van de 20ste eeuw is geweest, uiteindelijk gepu- bliceerd in 45 landen. Terwijl ik de Nederlandse versie las, las mijn ex het boek op dezelfde bank in het Frans. En zo was het dat we erachter kwa- men dat in mijn uitgave dubieuze voetnoten stonden die in de Franse uitgave uitgebleven waren. Eén zo’n voetnoot verwees naar de plotselinge zwangerschap van de dienstmeid van Axel Munthe, nadat ze zoveel tijd met aap Billy had doorgebracht. Iets wat een ander gesprek waard was, was het hoofdstuk gewijd aan de Franse medicus Pasteur (1822-1895) die rond de eeuwwisseling het medicijn tegen rabies heeft uitgevonden; deze ontbrak in de Franse uitgave. Misschien was Munthe zelf wel heel dichtbij dit historische moment. Verderop in het boek schrijft Munthe dat Jean-Martin Charcot (1825- 1893), een van de belangrijkste grondleggers van de neurologie en hoogleraar in pathologische anatomie, ‘vreemde’ colleges gaf in de zalen van de Sorbonne. Zijn studenten werden in zijn onderzoek naar hysterie en hypnose overgeleverd aan ‘extreme experimenten’ en maakten zichzelf niet alleen ‘belachelijk’, maar sommigen werden ook ‘ontoerekeningsvatbaar’.
Ook dit hoofdstuk heb ik nergens in de Franse versie kunnen terugvinden. Was het Franse kinderachtigheid deze details weg te laten? Of was het een ijdele poging van een groot narcist om zichzelf in de geschiedenis te schrijven? Ik ging uit van het eerste totdat ik een paar dagen later vertelde hoe geraakt ik was door het hoofdstuk over Guy de Maupassant. ‘Guy de Maupassant?,’ vroeg mijn ex die sneller las dan ik. En inderdaad, geen enkel spoor in de Franse uitgave. Gek, in zo’n intiem hoofdstuk over een van Frankrijks belangrijkste schrijvers moeten de Fransen toch juist geïnteresseerd zijn?
Natuurlijk kende Marlo het boek van Axel Munthe en wist ze van de ontbrekende hoofd- stukken in de Franse uitgave. Marlo wist zelfs dat Axel Munthe zich zijn hele leven had verzet tegen een Franse vertaling. Maar die kwam er wel, en al in 1934 bij de chique uitgever Albin Michel. De magere editie, beroofd van enkele helden en heldendaden, verscheen pas in 1949, net na zijn dood, en twintig jaar na de oorspronkelijke uitgave. In Nederland was het toen al achttien jaar uit. Best opmerkelijk voor ‘de best- seller’ van de eerste helft van de twintigste eeuw. Er was volgens Marlo, die er uitvoerig onder- zoek naar had gedaan, geen enkel bewijs voor de vriendschap van Munthe met Maupassant, die toch zo ontroerend echt beschreven was.
Axel Munthe heeft pas veel later, toen zijn werk overal gelezen werd, ‘toegegeven’ dat het werk op de grens van fictie en werkelijkheid geschreven was. Dit blijkt met zekerheid uit de biografie van Munthe geschreven door de Zweedse schrijver Bengt Jangfeldt, waar data en feiten soms wel heel verschillend zijn van het portret dat Axel Munthe zelf van zijn leven geschilderd heeft.
Met zijn aantrekkelijke schrijfstijl heeft Axel Munthe zijn eigen graf gegraven. Toch heeft dit mijn leesplezier niet weggenomen. Integendeel, ik heb eigenlijk alleen maar meer sympathie voor deze 19de-eeuwse charlatan gekregen. In de 600 bladzijdes niemandsland tussen droom en werkelijkheid komen we dan misschien wel meer te weten over de narcistische dagdromen van Munthe dan over de werkelijke aard van het beestje, Munthe geeft een schitterende schets van een tijdsbeeld waarin charlatans nog vrij konden bewegen en van de ene rol in de andere konden stappen. Iets wat in het tijdperk van Facebook en Hollandse postcodes niet meer dan een romantische droom is. Onze postcodes in Nederland zijn zo verfijnd – slechts 33 huizen delen hetzelfde postcode – dat postcodekenners hele inkomens, nationaliteiten en beroepsgroepen kunnen aflezen aan je adres.
Axel Munthe benutte deze vrijheid dan ook ten volle. Misschien dat ik daarom zoveel sympathie voor hem voel. Hij nam zichzelf aller- minst serieus, of hij nou als chique dokter van de upperclass gekleed ging of in een oud schort liep in een vervallen ziekenhuis in Montparnasse. Hij ging op dezelfde dag om met prinsessen en zwervers en woonde op z’n oude dag samen met aap Billy die meer dronk dan hijzelf, op de plek van zijn dromen, de villa San Michele in Capri. Maar misschien is dat ook verzonnen en nam hij zichzelf toch serieus. Als fantast. Ach, narcistische dagdromen of flarden van herinneringen, hij liegt tenminste wel actief.